Liternatuur

Artikelen

Liefde in tijden van klimaatverandering

Hoe blijf je overeind als de wereld om je heen heel langzaam, maar zeker instort? Mag je dan nog hopen? Heb je dan nog lief? Met ALL OVER, acts of love (2020) schreef Han van Wieringen een theaterdialoog over een liefde die wordt verteerd door zowel wederzijdse aantrekking als door grote klimaatzorgen. In het stuk benoemen de personages deze zorgen expliciet. Is ALL OVER, acts of love daarmee ook een ecokritisch literair werk? In dit artikel onderzoek ik hoe Van Wieringen tijdens drukkende klimaatzorgen ruimte vindt voor de liefde.

Door: Just Rijntjes

Kay belt in een koffiecafé met een goede vriend en vertelt hem over een lucide moment dat hij eerder die dag meemaakte. Hij zat in een haven, keek over het water en zag “wat er mogelijk was. Dat het [water] kapot kan maken, de woede en de destructie ervan. En ook […] dat het alles kan dragen.” (8) Kay zoekt naar de juiste woorden om zijn verhouding tot de kracht van de natuur uit te drukken. Hij is bang om belachelijk gemaakt te worden en vult zijn verhaal steeds aan met verontschuldigingen. “Nu ga ik iets zeggen dat je niet van me gewend bent”, of “Neehee, ik ben ook niet aan de pillen–” (10)

Deze worsteling met het ervaren en benoemen van klimaatproblematiek komt door de ontzaglijke omvang ervan. Ecologiefilosoof Timothy Morton noemt de klimaatcrisis een hyperobject: de crisis is zo groot dat het de menselijke verbeelding te boven gaat. Het probleem speelt zich af op een schaal die veel groter is dan een mensenleven, waarmee elke poging om het probleem in woorden te vatten, futiel wordt. Schrijver Van Wieringen schuift dit ongemak door naar het personage Kay. “Het klimaat is het enige onderwerp”, zegt hij door de telefoon, “Ik snap niet waarom we het nog over iets ánders hebben.” (8) Precies dan ploft EL naast hem neer op de bank van het koffiecafé.

Vreemden

Het lijkt onontkoombaar, maar zowel EL als Kay hebben een reden om niet in te gaan op de plotse, wederzijdse aantrekkingskracht. EL heeft die dag een goede vriendin begraven en Kay ervaart de klimaatzorgen zo sterk dat hij geen ruimte voelt om een liefdesavontuur aan te gaan. Toch raken ze in gesprek. De impulsieve EL kan het niet nalaten om Kay te versieren. EL heeft meegeluisterd met het telefoongesprek van Kay en vraagt hem abrupt of hij “het over het einde van de dag [wil] hebben, of liever over het einde van de wereld?” (11) Kay weet niet of hij wel op de vraag wil ingaan en EL spreekt sneller dan hij denkt. Beiden voeren ze een interne strijd. Gevoelens van enthousiasme, verliefdheid, rouw, zorgen en schuld, vechten om voorrang.

In Ecodramaturgies beschrijft de Canadese theaterwetenschapper Lisa Woynarski (2020) de relatie tussen theater, performance en ecologie. Ze kent de interne strijd zoals Kay en EL die ook kennen. Woynarski ziet zichzelf als ecologisch bewust, maar weet vaak niet wat te voelen of te denken, hoe te handelen of voort te gaan middenin de voortdurende klimaatcrisis. Het theater is volgens Woynarski een geschikte plek om zulke conflicterende gevoelens en gedachten te tonen. Toneel is niet alleen talig, maar ook performatief en geënsceneerd. Deze elementen kunnen elkaar tegenspreken en toch parallel op een podium bestaan. Zo kan een personage zeggen nergens om te geven, tegelijkertijd tonen dat hij smoorverliefd is, terwijl hij spartelt in het almaar stijgende water. De complexiteit en de onzekerheid moeten volgens Woynarski niet worden gemeden, maar juist het podium krijgen.

De tegenstrijdigheden waarmee Kay en EL rondlopen, zijn ook inhoudelijk te duiden. Letterkundigen Hans Demeyer en Sven Vitse onderzoeken in hun werk Affectieve crisis, literair herstel (2021) Nederlandstalige millennialauteurs die geen eenduidig ideologisch anker meer kennen en zich niet langer verbinden met de grote verhalen. Een groep auteurs waartoe ook Van Wieringen behoort. De premisse van Affectieve crisis, literair herstel is dat deze auteurs maatschappelijke problemen en crises niet op de barricaden bevechten, maar deze in hun literaire werken pareren met affect, ofwel menselijke verbinding. In het hoofdstuk ‘Klimaat en engagement’ staat dat “personages zich zorgen [maken] over klimaatverandering en natuurbehoud en niet langer aan de zijlijn willen toekijken maar het niettemin moeilijk vinden zich ertoe te verhouden.” (258) De hang naar affect is een reactie op dat ongemak.

Vanuit dat perspectief is het te begrijpen dat Kay toch ingaat op de flirt van EL. Omdat Kay zegt gestopt te zijn met liefde, verbindt hij er wel een voorwaarde aan: ze moeten vreemden blijven. In een reflectie op zijn laatste stukgelopen relatie zegt Kay: “Ik stond buiten en ik keek naar binnen en daar was iemand bezig met een heel leven, met leven, en met mij, maar er, er was, ja, weet ik niet een heelal tussengekomen. Er was een heelal tussen geraakt.” (50) De klimaatcrisis, een hyperobject zo groot en ongrijpbaar als het heelal, dreef een wig tussen hem en zijn toenmalige relatie. Zolang EL dus een vreemde van hem blijft zal die geschiedenis zich niet herhalen. Kay stelt voor te vertrekken uit het koffiecafé en elkaar een uur later in het Rijksmuseum opnieuw te ontmoeten. EL gaat akkoord. “Dus: we hebben elkaar niet eerder ontmoet? Ik vind het een goed idee. Gestoord, maar dat spreekt voor zich. Gestoorde tijden, gestoorde eh maatregelen.” (31)

Vluchtauto

Van Wieringen toont conflicten niet alleen op intern niveau, hij externaliseert het conflict ook door van de personages tegenpolen te maken. EL is impulsief en emotioneel. Hij erkent de klimaatcrisis, maar wil zich er niet te actief toe verhouden. Kay gedraagt zich bedachtzamer. Hij probeert zijn angst voor de klimaatcrisis te bezweren door er veel over te lezen en er een artikel over te schrijven. Kay wil niet dat EL zich opstelt als een vluchtauto waarmee ze van de klimaatcrisis kunnen wegrijden. Kay ziet zichzelf meer als een verhuisbusje, volgeladen met kennis en angst, dat hij overal mee naartoe neemt.

Kay en EL blijven vreemden, maar de bijnamen stapelen zich gedurende vijf akten op. Met elke bijnaam geeft van Wieringen iets prijs over de manier waarop de personages omgaan met de dreiging van de klimaatcrisis, zoals het verhuisbusje en de vluchtauto. In de tweede akte presenteert Kay zichzelf als professor van Vlissingen, een kunsthistoricus die onderzoek doet naar de verbeelde geschiedenis van het klimaat voor het artikel dat hij aan het schrijven is. Hij etaleert zijn kennis. Hij leest en schrijft over het klimaat. EL’s bijnaam is op dat moment Dieter. Een naam zonder titel of gewicht. Dieter is voornamelijk bezig de professor te ontregelen. In de derde akte is de bijnaam van EL Legioen “Dat klinkt zo I don’t know, hót, ja toch?” (56) Die van Kay is Barbapapa, “want die kan alles zijn.” (57) In de vierde akte blijkt het bijnamensysteem niet langer houdbaar. Kay houdt het spel niet vol. Wanneer hij noodles wil bestellen krijgt hij een paniekaanval. “Ik ken je niet eens. En je verzint van alles, maar dat kan helemaal niet, dit mag helemaal niet. […] ik zit mijn hele hart eraan te geven, maat het is kapot en en leeggetrokken en een hart dat is niet eens, niks, dat is een metafoor, een overblijfsel, dat is over uit, uit romantische beeldspraak […] ik ben de wereld, en die is stuk, geworden, ik kan helemaal niet, geloven, hierin.” (90) Van Wieringen heeft het personage Kay zijn best laten doen om zich een voorstelling te maken van een wereld waarin het klimaat op afstand staat. Kay heeft zich laten begeesteren door een flirt, maar de crisis heeft hem ook nu weer ingehaald.

Seizoenen

Eén van de redenen dat de klimaatcrisis volgens Morton (2013) niet te vatten is, is dat de crisis is uitgestrekt over tijd. Het is haast onmogelijk een gevoelsinschatting te maken van hoe snel of langzaam klimaatverandering verloopt, wanneer de crisis is begonnen en wanneer deze zal eindigen. De effecten van de klimaatcrisis op de aarde zijn niet op één moment in de tijd waarneembaar. Literatuurwetenschapper Rob Nixon (2011) noemt deze effecten daarom traag geweld. Hij stelt dat sommige effecten zich pas na enkele jaren of decennia laten meten. De jarenlange stijging van de zeespiegel heeft bijvoorbeeld tot het afgelopen decennium geen zichtbare effecten gehad, maar inmiddels moet miljoenenstad Jakarta verhuizen omdat het in de zee dreigt te zinken (NOS, 2019).

Van Wieringen hanteert in ALL OVER, acts of love twee tijden. De gespeelde tijd, het tijdsverloop binnen de verhaalwereld, duurt ongeveer een halve dag. De eerste akte speelt zich af in een koffiecafé in de namiddag, de laatste akte op een begraafplaats in het pikdonker, op dezelfde dag. Tegelijkertijd speelt het toneelstuk zich af gedurende vijftien maanden. Elk van de vijf aktes heeft als titel één van de seizoenen. De eerste akte heet herfst, de tweede winter, en dat gaat in de bekende volgorde door totdat de laatste akte weer herfst heet. Hiermee lijkt Van Wieringen aan te geven dat menselijk tijdsbesef niet overeen hoeft te komen met dat van de aarde. Het tijdsbesef van de mens is subjectief, zeker wanneer je tijd en aandacht worden opgesoupeerd door de liefde. Kay’s wens om niet in een vluchtauto te stappen is daarmee niet uitgekomen. Met EL als afleiding zag hij even niet dat de aarde bleef draaien en meer en meer geweld te verduren kreeg.

Van Wieringen laat de personages zelf ook reflecteren op de tijd. In de openingsmonoloog door de telefoon beschrijft Kay de tijdservaring van zijn lucide moment. “Nee, de tijd liep door elkaar als het ware. Alsof ik er–, hè, het is veel makkelijker om lucide te zijn in je eentje.” (8) Later, wanneer ze samen aan de gracht zitten stelt EL een alternatieve wereld voor. Kay gaat erin mee, maar verzucht: “Dit is wel eh de grootste reis ooit met iemand die ik maar 1 minuut ken.” (70) Hun samenzijn voelt aan alsof het slechts een minuut gaande is, terwijl de lezer weet dat ze al minstens enkele uren, zo niet enkele maanden bijeen zijn. In de vijfde akte houdt EL op de begraafplaats een afscheidsmonoloog voor zijn overleden vriendin. “Ik zou nog van je hebben willen leren. Hoe je het doet. Er zijn. Hier zijn. Hoe je dat doet een pijl in de tijd zijn. Of. Hoe jij dat doet. Deed.” (110) Hoe ben je een pijl in de tijd? Door de personages zulke vragen en inzichten te laten uitspreken, maakt Van Wieringen de lezer bewust van de eigen tijdservaring.

Liefdesdaad

ALL OVER, acts of love is in vorm een keurige vijfakter met een spanningsboog die in de vierde akte opbouwt tot een dieptepunt en met een slotakte waarin een catharsis wordt beleefd. De twee personages zijn menselijk en je zou kunnen stellen dat het hoofdthema van het toneelstuk een menselijke liefdesvertelling is. Als ik hiermee concludeer dat het daarmee geen ecokritisch stuk is, zou ik het echter tekort doen. Van Wieringen toont via zijn personages het ongemak aan dat gekoppeld is aan het schrijven van een literair werk over de klimaatcrisis. Veel van deze moeilijkheden worden in vorm of in dialoog juist aan de lezer getoond. De personages erkennen de klimaatcrisis als hyperobject en reflecteren op het feit dat de crisis zich niet laat meten. Kay ondergaat de crisis van de verbeelding en komt er tegen in opstand, terwijl EL tegelijkertijd wel én niet probeert weg te kijken. Met de dubbele tijdsaanduiding die in het stuk aanwezig is, wordt het ecokritische principe van traag geweld getoond. Tot slot moet worden vastgesteld dat Van Wieringen er niet voor koos een roman te schrijven over de klimaatcrisis, maar een toneelstuk, dat volgens Woynarski het meeste geschikte literaire genre is om de tegenstellingen van de klimaatcrisis te tonen.

Hoe laat Van Wieringen zijn personages eigenlijk achter? Zowel Kay als EL hebben al vroeg in het stuk in de gaten dat het artikel dat Kay aan het schrijven is – Liefde in tijden van klimaatverandering – over henzelf gaat. Als reactie op Kay’s paniekaanval voor de noodlebar refereert EL er al eens aan. “Dit verhaal is een daad van liefde. Jawel. Dit verhaal is, een manier, om, om–. Door te leven. Zo.” (93) Tegen het eind van het toneelstuk, op de begraafplaats, vraagt EL of Kay al weet hoe zijn artikel gaat eindigen. “Dat stuk hè? […] Weet je al, eh, hoe het verdergaat?” Kay: “Nee, maar ik, ik ben nog, ik weet nog niet helemaal hoe het, ik zit nog te puzzelen op–” EL: “–Ik wil niet dat het ophoudt.” (105-106) Omgaan met de klimaatcrisis, met alle bijbehorende angst en verwarring, is een act of love.

Gebruikte bronnen

Demeyer, H., & Vitse, S. (2021) Affectieve crisis, literair herstel: De romans van de millennialgeneratie. Amsterdam: Amsterdam University Press.

Morton, T. (2013). Hyperobjects: Philosophy and Ecology After the End of the World. University of Minnesota Press.

NOS. (2019). President Indonesië vervangt Jakarta als hoofdstad. https://nos.nl/artikel/2282547-president-indonesie-vervangt-jakarta-als-hoofdstad, geraadpleegd op 5 december 2024

Nixon, R. (2011). Slow Violence and the Environmentalism of the Poor. Cambridge: Harvard University Press.

Wieringen, H. (2020). ALL OVER: acts of love. In eigen beheer.

Woynarski, L. (2020). Ecodramaturgies: Theatre, Performance and Climate Change. Londen: Palgrave Macmillan.