Liternatuur

Woordenlijst

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Antropoceen

De aanduiding voor het huidige tijdperk waarin het klimaat sterk wordt beïnvloed door menselijk handelen. De acties van de mens hebben een negatieve invloed op de atmosfeer, het klimaat, de biodiversiteit en veranderingen in oceanen en gesteenten.

 

Antropocentrisme

De filosofische visie die uitgaat van het exceptionalistische idee dat de mens het middelpunt van het bestaan is en hiërarchisch boven alle andere levende organismen staat. De mens is de norm. De waarde van andere zaken, zoals de natuur, wordt bepaald aan de hand van het nut dat het heeft ten opzichte van de mens, of de verhouding waarin het tot de mens staat.

 

Anthropogenesis

Een anthropogenesis is een narratief dat tracht een beginpunt van het geologische tijdperk van het Antropoceen aan te duiden. Dit zijn narratieven over een breuk in de menselijke relatie tot de planeet en een manier om de ecologische moderniteit en de klimaatcrisis te verantwoorden. Mogelijke beginpunten van het Antropoceen die worden benoemd in de academische literatuur zijn onder andere de wereldwijde opkomst van de landbouw duizenden jaren geleden in Mesopotamië; de trans-Atlantische Europese kolonisatie, slavernij en ecologisch imperialisme; de opkomst van het kapitalisme tijdens de industriële revolutie en de fossiele brandstoffen industrie; de radioactieve isotopen van kernproeven uit de Koude Oorlog en de ‘Grote Acceleratie’, een term die gebruikt wordt voor de opkomst van globalisering in de eenentwintigste eeuw.

 

Antropomorfisme

Als menselijke eigenschappen zoals uiterlijk, gedrag, emotie en karakter worden toegeschreven aan niet-menselijke wezens zoals dieren, planten of voorwerpen . Dit kan in literatuur tot gevolg hebben dat de lezer zich beter kan identificeren met het niet-menselijke onderwerp.

 

Binaire oppositie

Paren van begrippen of concepten met een tegengestelde betekenis, bijvoorbeeld modern en ouderwets of natuurlijk en kunstmatig. De tegengestelde begrippen hebben vaak een bepaalde connotatie. Sommige tegenstellingen zijn een culturele constructie, d.w.z. gevormd of bedacht door de mens in een bepaalde context of cultuur.

 

Biocentrisme

De filosofische visie waarbinnen intrinsieke waarde wordt toegekend aan alle levende organismen. Een biocentrische benadering van de wereld laat de mens nadenken over zijn relatie tot de natuur, aangezien de natuur niet dient ter extractie maar de mens een van de vele soorten is die onderdeel uitmaakt van de natuur. Biocentrisme is dus het tegenovergestelde van antropocentrisme.

 

Bio-industrie

Een miljardenindustrie waarin schapen, koeien, varkens en kippen op grote schaal zo goedkoop mogelijk (‘efficiënt’) worden gefokt en verwerkt voor consumptie (vlees, eieren, melk). De bio-industrie wordt ook vee-industrie of intensieve veeteelt genoemd. De bio-industrie gaat ten koste van dierenwelzijn. Het is bovendien een sterk vervuilende sector die bijdraagt aan klimaatverandering.

 

Blue Humanities

De blue humanities is een relatief nieuwe stroming binnen de ecokritiek die de menselijke relaties met water wil benadrukken. De blue humanities zetten zich af tegen een ecokritiek die het land te lang als uitgangspunt heeft genomen van ecologisch denken, terwijl 71% van het aardoppervlak uit water bestaat. Hoewel veel schrijvers en denkers in deze discipline de nadruk leggen op oceanen, onderzoekt blue humanities ook zoet water, ijs en zelfs waterdamp, van meren en gletsjers tot grondwater, vochtigheid, drinkwater en water als het hoofdbestandsdeel van het menselijke lichaam. Het doel van de blue humanities is zowel het beschrijven van de complexe werking en verschijningsvormen van water op verschillende schalen als het bedenken van manieren om onze relaties met water te veranderen.

 

Capitalocene / Econocene / Necrocene

Alternatieve benamingen voor het Antropoceen waarin de nadruk wordt gelegd op de centrale rol van het kapitalisme in de vorming van de klimaatcrisis. Deze alternatieve benamingen benadrukken de invloed van kapitalistische economische systemen op wereldwijde ecosystemen, met de nadruk op de exploitatie van natuurlijke hulpbronnen en de daaruit voortvloeiende ecologische crises. Zie ook ‘Anthropogenesis’.

 

Carnisme

De heersende ideologie die mensen conditioneert om de consumptie van dierlijke producten te rechtvaardigen, met name vlees van bepaalde dieren. Het begrip vertegenwoordigt een (antropocentrische) visie waarin de asymmetrische relatie tussen mens en dier de norm is. Dieren worden beschouwd als een product om de mens te voeden. Carnisme is tegengesteld aan veganisme.

 

Chthulucene

Een samenvoeging van het Griekse chthonios (van, in of onder de aarde en de zeeën) en het achtervoegsel kainos (‘-cene’, wat duidt op het nieuwe, recentelijk gemaakte). Donna Haraway’s concept van het Chthulucene, een alternatieve benaming van het Antropoceen, verwijst naar een speculatief en relationeel tijdperk dat de complexe verwikkelingen en onderlinge afhankelijkheden tussen menselijke, niet-menselijke, meer-dan-menselijke en onmenselijke entiteiten erkent. Het daagt grenzen en hiërarchieën uit en stelt een meer inclusieve en onderling verbonden kijk op de wereld voor in lijn met de Gaia-hypothese.

 

Consumptiepatroon

De manier waarop consumenten verschillende producten kopen en gebruiken, wat weer invloed heeft op de vraag.

 

Crisis van de verbeelding

De klimaatcrisis is ook een crisis van de verbeelding. Schrijvers en andere kunstenaars willen de huidige wereld vangen in hun werken, maar de meeste literaire werken verhullen juist de realiteit van de benarde situatie. Hoe meer zelfbewustzijn men denkt te creëren in dit tijdperk, des te meer het een wanorde wordt.

 

Diepe tijd

Het begrip ‘diepe tijd’ houdt verband met het begrip ‘scalar literacy’. Het begrip ‘diepe tijd’ houdt in dat er in de verre toekomst een tijd zal zijn die de mensheid in het heden nog niet kan vatten. Een besef van een zekere diepe tijd geeft een soort ongemakkelijk gevoel, omdat het voor de mensen in het heden niet te beseffen is hoe en of de mensheid zal overleven in de verre toekomst.

 

Dualisme

Een filosofische opvatting die uitgaat van twee tegenover elkaar of naast elkaar bestaande dualiteiten (tegenstellingen). In het algemeen verwijst dualisme naar het aannemen van niet meer te herleiden grondbeginselen waaruit verschillende dualiteiten ontstaan zijn, zoals: goed en kwaad, mens en lichaam en geest en materie.

 

Duurzaam(heid)

Dat een product is geproduceerd of verkregen op een manier die het milieu en de natuur minimaal belast of schaadt, met andere woorden op een milieuvriendelijke en grondstofbesparende manier. Duurzaamheid draagt bij aan het beperken van klimaatverandering.

 

Dystopie

Een negatief en afschrikwekkend toekomstbeeld. Er wordt een wereld verbeeld waar niemand in wil leven. Het tegenovergestelde van een dystopie is een utopie. De dystopie is een bekend literair genre.

 

Ecoallegorese

De methode van ecoallegorese is geïntroduceerd door de ecokritische literatuurwetenschapper Elizabeth DeLoughrey in het werk Allegories of the Anthropocene (2019). Bij een ecoallegorese worden literaire werken gelezen en geïnterpeteerd als allegorieën voor de bredere klimaatcrisis, vaak met het doel om ecologische inzichten, waarden of kritieken over te brengen. DeLoughrey benadrukt dat verhalen die zich afspelen op eilanden in het bijzonder geschikt zijn voor ecoallegorese. Het feit dat het eiland tegelijkertijd begrensd is en toegankelijk voor reizigers, en daardoor vatbaar voor radicale veranderingen, maakt het tot een bruikbare analogie voor de wereldbol als geheel. Deze deel-voor-geheel analogie (pars pro toto) is een voorbeeld van hoe een allegorie de schaalproblematiek die inherent is aan de klimaatcrisis effectief kan aanpakken.

 

Ecocentrisme

De filosofische visie waarbij, anders dan bij antropocentrisme, niet de mens, maar het ecosysteem het middelpunt van het bestaan is. De natuur heeft een intrinsieke waarde die op zichzelf staat en dus niet bepaald wordt in relatie tot de mens. De mens is onderdeel van het ecosysteem en staat niet hiërarchisch boven andere organismen.

 

Ecocide

De grootschalige beschadiging, de vernietiging of het verlies van ecosystemen – ernstige schade aan de natuur die wijdverspreid of langdurig is. Lees meer

 

Eco-crip theorie

Eco-crip theorie is een ecokritisch kader dat de intersecties tussen disability studies en ecokritiek als uitgangspunt neemt. Daarbij houdt het zich onder andere bezig met de belichaming van de klimaatcrisis en de daarmee samenhangende vormen van wat de ecokritische literatuurwetenschapper Rob Nixon ‘traag geweld’ heeft genoemd. Waterschaarste, luchtverontreiniging, hitte: al deze gevolgen van de klimaatcrisis hebben een effect op het menselijk lichaam. Dat effect toont zich echter pas na elke, soms tientallen jaren, wanneer er bijvoorbeeld verhoogde percentages longkanker worden geconstateerd rondom een vervuilende staalfabriek. De eco-crip theorie stelt dus vragen als: Wat doet de klimaatcrisis met menselijke lichamen? En meer specifiek: Wat doet de klimaatcrisis met disabled lichamen en hoe disabelt of cript de klimaatcrisis mensen?

 

Ecofeministische literatuurkritiek

Literair veld waarbinnen de ecokritische en feministische literatuurkritiek elkaar kruisen. De ecofeministische literatuurkritiek erkent een verband tussen de onderdrukking van vrouwen en de ondergeschikte rol van de natuurlijke omgeving ten opzichte van de mens. Binnen dit veld worden de raakvlakken tussen verschillende vormen van sociale onderdrukking onderzocht.

 

Ecokritiek

Ecokritiek onderzoekt hoe de relatie tussen mens en natuur of milieu wordt verbeeld in allerlei soorten cultuurproducten (literatuur, kunst, film).De ecokritiek is kritisch op de antropocentrische ideologie, die de mens boven de natuur plaatst.

 

Ecologische intersectionaliteit

Uitbreiding van het concept van intersectionaliteit, zodat het ook van toepassing is op niet-menselijke wezens.

 

Ecologische landbouw

Een toekomstbestendige vorm van landbouw waarbij de negatieve gevolgen voor het milieu zoveel mogelijk beperkt worden en die een bijdrage levert aan een gezond ecosysteem door hoge biodiversiteit en natuurlijke bestrijdingsmiddelen. Ecologische landbouw is afhankelijk van de bestaande kringlopen en ecosystemen in een gebied en probeert ook een positieve bijdrage te leveren aan de klimaatverandering, bijvoorbeeld door de keuze in gewassen.

 

Econarratologie

De wederkerige relatie tussen het milieu en een verhaal. In de econarratologie wordt een beschouwing gegeven op materiële omgevingen en hun representaties en narratieve vormen van begrip.

 

Ecopoëtica

Poëtica is een multidisciplinaire benadering die denken en schrijven over poëtica, wetenschap en theorie omvat, en ook de nadruk legt op innovatieve benaderingen die gebruikelijk zijn in conceptuele poëzie. Ecopoëtica richt zich met name op het leggen van verbanden tussen menselijke activiteit – met name het maken van gedichten – en de omgeving die het produceert. Lees meer

 

Ecopoëzie

Poëzie waarin een sterke nadruk ligt op de niet-menselijke, natuurlijke wereld. De natuur staat centraal, niet de mens. Dit maakt dat ecopoëzie ‘ecocentrisch’ is. De menselijke norm of het menselijke perspectief wordt niet als maatstaaf genomen. Ecopoëzie werpt een kritische blik op de relatie tussen de mens en de natuur.

 

Ecosysteem

Een natuurlijk systeem dat bestaat uit alle levende organismen, zoals planten en dieren, in een bepaald leefgebied. Een ecosysteem kan uit balans raken of ‘instorten’ als planten en dieren uit het leefgebied verdwijnen door bijvoorbeeld klimaatverandering.

 

Environmental humanities

Wetenschapsgebied dat de verstrengeling van natuur en cultuur vanuit verschillende perspectieven bestudeert.

 

Eurocene

Een alternatieve en kritische benaming voor het Antropoceen die de onevenredige invloed van Europa en Europees kolonialisme op de klimaatcrisis wil benadrukken. De term benadrukt hoe Europese expansie en overheersing een belangrijke invloed hebben gehad op hedendaagse klimaatcrises. Zie ook ‘Anthropogenesis’.

 

Exobiologie

De wetenschap die zich bezighoudt met (mogelijk) buitenaards leven. Exobiologie is onderdeel van de biologie en staat ook wel bekend als ruimtebiologie.

 

Fuzzy temporality

Een vertelling die bewust bepaalde temporele aspecten vaag houdt, waardoor van gebeurtenissen niet precies aan te wijzen valt wanneer het zich afspeelt. Zie ook ‘unspatialization’.

 

Gaia-hypothese

Hypothese van de Britse wetenschapper James Lovelock die alle levende materie op aarde beschouwt als één organisme. De aarde reguleert zichzelf als een superorganisme met de omstandigheden die nodig zijn om leven op aarde in stand te houden.

 

Gender

De aspecten van een sekse die betrekking hebben op gedrag en identiteit. Dit is te onderscheiden van de lichamelijke en biologische aspecten (geslacht). Gender krijgt vaak een culturele betekenis: er worden bepaalde verwachtingen, uiterlijke eigenschappen en gedragingen aan verbonden door de maatschappij. Lees meer

 

Geo-engineering

Het grootschalig ingrijpen in de natuurlijke systemen van de aarde, met als doel klimaatverandering tegen te gaan. Het gaat maatregelen met een direct en grootschalig effect op een groot aantal systemen op aarde. Voorbeelden zijn het tegenhouden van zonnestraling en het uit de lucht verwijderen van CO2. Zie ook ‘terraforming’.

 

Heterarchie

Een heterarchie is het tegenovergestelde van een hiërarchie. Binnen een heterarchische relatie is er sprake van gelijkwaardigheid en zijn er dus geen machtsverschillen.

 

Homofobie

Het hebben van gevoelens van ongemak, angst, minachting, vijandigheid en/of haat tegen homoseksuelen en homoseksualiteit. Lees meer

 

Hyperobject

Een ‘object’ dat het menselijke voorstellingsvermogen te boven gaat. Hyperobjecten zijn zo omvangrijk in tijd en/of ruimte dat ze zich op een geheel andere schaal bevinden dan een mensenleven. Hierdoor zijn ze voor mensen haast niet te bevatten. Voorbeelden: het heelal, de klimaatcrisis, continentverschuiving. Afkomstig uit Hyperobjects: Philosophy and Ecology after the End of the World (2013) door Timothy Morton.

 

Institutioneel racisme

Institutioneel racisme, geïnstitutionaliseerd racisme, structureel racisme, staatsracisme of systemisch racisme is het (al dan niet opzettelijk) systematisch uitsluiten, marginaliseren en discrimineren van bevolkingsgroepen door formele of informele regels vanuit instituties. Onder instituties wordt verstaan alle organisaties en structuren binnen de samenleving, inclusief abstracte begrippen zoals de rechtsstaat of de gewoonten. Institutioneel racisme verschilt van andere vormen van racisme die zich met name afspelen tussen individuen.

 

Intersectionaliteit

Een sociologisch denkkader dat licht werpt op de unieke vormen van meervoudige discriminatie die een persoon kan ervaren op grond van diens sociale identiteit. Lees meer

 

Kapitalisme

Een mondiaal liberaal-economisch systeem dat als primair doel heeft om financiële winst te vergroten, met concurrentie en (economische) ongelijkheid tot gevolg. Binnen het kapitalistische systeem wordt alles in termen van geld of financiële waarde uitgedrukt en bepaald. De massaproductie en -consumptie is onderdeel van het kapitalisme. Begrippen als individualisme, eigenbelang, efficiency en groei zijn sterk verbonden met het kapitalistisch denken.

 

Klassisme

Discriminatie of ongelijke behandeling van personen op basis van sociale klasse. Er heersen vooroordelen over mensen die behoren tot een bepaalde sociale klasse.

 

Klimaatcrisis

De wereldwijde klimaatverandering is dermate alarmerend dat er van een crisis gesproken wordt. De klimaatverandering, en dan met name de opwarming van de aarde, voltrekt zich steeds sneller met grote gevolgen voor de leefbaarheid van de aarde. Door middel van klimaatakkoorden probeert men de klimaatverandering binnen de perken te houden. Daarnaast worden overal op de wereld protesten (‘klimaatmars’) georganiseerd om aandacht te vragen voor de klimaatcrisis.

 

Klimaatgeletterdheid

De competentie hebben om met informatie die betrekking heeft op het klimaat en de klimaatcrisis om te gaan en de informatie te gebruiken en te begrijpen. Het gaat verder dan alleen begrijpen wat de klimaatcrisis is, men moet namelijk ook politieke, economische en ethische aspecten in kunnen zien. Klimaatliteratuur kan bijdragen aan een bevordering van klimaatgeletterdheid.

 

Klimaatliteratuur

Literatuur waarin het klimaat in de breedste zin van het woord voorkomt. Dit kan bijvoorbeeld literatuur zijn waarbinnen een personage een klimaatwetenschapper of activist is, maar ook waarin ecologie of biodiversiteit een thema is. Er is geen beperking in genres: het kan bijvoorbeeld fictie, non-fictie, poëzie of jeugdliteratuur zijn.

 

Klimaatroman

Een klimaatroman is een roman waarin het klimaat, in de breedste zin van het woord, wordt gethematiseerd. Het klimaat kan een centrale rol hebben in de plot, maar kan ook meer op de achtergrond aanwezig zijn. Een klimaatroman schetst niet per definitie een rampscenario en mobiliseert lezers niet direct om actie te ondernemen. Een klimaatroman kan echter wel informeren, aanzetten tot reflectie of bewustzijn creëren over het klimaat of klimaatverandering.

 

Klimaatverandering

Doordat er steeds meer broeikassen in de lucht komen, verandert het klimaat op de lange termijn. De gevolgen van klimaatverandering zijn niet direct zichtbaar. In het klimaat worden op termijn nieuwe patronen zichtbaar, het wordt bijvoorbeeld steeds warmer. Deze opwarming van de aarde heeft gevolgen voor de natuur, onder andere het smelten van ijs op de polen, waardoor de zeespiegel stijgt. Door klimaatverandering komen er steeds extremere weervormen (hittegolven, orkanen en overstromingen door hevige regenval) en sterven plant- en diersoorten uit. De voornaamste oorzaak van klimaatverandering is de uitstoot van broeikasgassen (CO2) door de mens. Onder meer door het op grote schaal verbranden van kolen, olie en gas.

 

Klimaatvluchteling

Mensen die uit hun woonplaats of thuisland vluchten omdat zij zijn getroffen door de gevolgen van klimaatverandering, veroorzaakt door de opwarming van de aarde. Onderzoekers schatten dat het aantal klimaatvluchtelingen rond 2050 wellicht kan oplopen tot 150 miljoen mensen.

 

Literatuur

De definitie van literatuur is op deze website even breed als de definitie van ‘klimaatliteratuur’. Het hoeft dus niet per definitie proza, poëzie of toneel te zijn, maar kan ook non-fictie of jeugdliteratuur zijn. Het medium kan ook verschillen van het traditionele papieren boek tot aan instagrampoëzie. Literatuur heeft de mogelijkheid om je als lezer te transporteren naar een andere verhaalwereld.

 

Manthropocene

Een alternatieve en kritische benaming voor het Antropoceen die de onevenredige invloed van patriarchale systemen op de klimaatcrisis wil benadrukken. De term benadrukt hoe een gegenderde machtsdynamiek een belangrijke rol heeft gespeeld bij het ontstaan van de klimaatcrisis. Zie ook ‘Anthropogenesis’.

 

Materiële lezing

Een materiële lezing focust op de agency (het handelingspotentieel) van niet-menselijke entiteiten zoals dingen, objecten, natuurlijke fenomenen, materiële structuren, transportmiddelen en economische goederen. Binnen de ecokritiek focussen materiële lezingen zich bijvoorbeeld op de invloed van weersomstandigheden op het plot en de verschijningsvormen van water, olie en plastics. Een materiële lezing van een tekst probeert te begrijpen hoe sociale structuren ontstaan door de interacties tussen zowel menselijke als niet-menselijke entiteiten, waarbij alle entiteiten worden beschouwd als actoren die de sociale wereld vormgeven.

 

Multiperspectiviteit

De perspectieven van anderen begrijpen en verklaren. Dit zijn mogelijk perspectieven die anders zijn dan jouw eigen perspectief. Multiperspectiviteit duidt ook op het bekijken van gebeurtenissen, situaties en personen vanuit verschillende (meerdere) perspectieven.

 

Natuur

Alle levende organismen waaronder dieren, planten en mineralen en de ecosystemen. Natuur wordt vaak tegengesteld aan ‘cultuur’: alles dat door de mens gemaakt of aangepast is. De natuur bestaat dus onafhankelijk van de mens, maar wordt wel in toenemende mate door de mens beïnvloed.

 

Petrocultuur

De term ‘petrocultuur’ geeft ons de mogelijkheid om een scherper begrip te krijgen van hoe wij worden gevormd door de manieren waarop we vandaag de dag energie (fossiele brandstoffen) gebruiken (en misbruiken). Petrocultuur is de benaming voor een samenleving die is georganiseerd rond de energie en producten van fossiele brandstoffen. Om een energietransitie mogelijk te maken is het belangrijk om deze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen scherp te krijgen en te realiseren dat die afhankelijkheid niet alleen gevolgen heeft voor moderne geopolitiek, de wereldeconomie en fysieke infrastructuur, maar ook voor onze sociale relaties en cultuur. De term petrocultuur probeert dus de brede culturele en sociale betekenis van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te herkennen en erkennen.

 

Petrofictie

Het woord ‘petrofictie’ wordt op twee manieren gebruikt. Ten eerste, als een genre van fictie over de rol van aardolie en de olie-industrie in de maatschappij. Ten tweede, als een literatuurkritische invalshoek die dit aspect van een fictief werk onderzoekt, waarbij het primaire werk hier niet expliciet over hoeft te gaan. Voor meer over de rol van aardolie in de maatschappij, zie ook ‘petrocultuur’.

 

Plantationocene

Een alternatieve benaming voor het Antropoceen waarbij de nadruk wordt gelegd op de centrale rol van het trans-Atlantisch Europese kolonialisme en de daaruit ontstane plantagelandbouw in het ontstaan van de klimaatcrisis. Zie ook ‘Anthropogenesis’.

 

Racisme

Discriminatie of ongelijke behandeling van personen op basis van ras.

 

Scalar literacy

Timothy Clark (2019) heeft de term geïntroduceerd om te verwijzen naar een nieuwe vorm van geletterdheid. Deze geletterdheid heeft aandacht voor de invloed die een grotere of kleinere schaal heeft op de aard van een situatie. Klimaatverandering is bijvoorbeeld een thema dat niet op korte termijn te zien is. We zouden hier niet naar moeten kijken als iets dat binnen een mensenleven te bevatten is, maar juist als iets groters. Scalar literacy probeert de nadruk op dat laatste te leggen: het is het loskomen van een menselijke maat.

 

Seksisme

Discriminatie of ongelijke behandeling van personen op basis van geslacht.

 

Slow violence

Geweld dat geleidelijk en uit het zicht plaatsvindt, een geweld van vertraagde vernietiging die is verspreid over tijd en ruimte.

 

Terraforming

Het proces waarbij een landschap wordt veranderd naar het voorbeeld van een bekend landschap. In science fiction gaat het in het geval van terraforming vaak om een andere planeet die gekoloniseerd en bewoonbaar wordt gemaakt door mensen. In een koloniale context worden gekoloniseerde landen aangepast naar de wens van de kolonisator met als doel extractie efficiënter te maken, bijvoorbeeld door middel van het aanleggen van plantages. Zie ook ‘geo-engineering’.

 

Unspatialization

De ruimte in een verhaal wordt fluïde of niet stabiel voorgesteld, bijvoorbeeld een stad die wordt overstroomd als gevolg van een stijgende zeespiegel. Dit erkent de onvoorspelbaarheid van een veranderende ruimte in een wereld die verandert en instabiel is. Zie ook ‘fuzzy temporality’.

 

Utopie

Een droombeeld van een ideale wereld die onmogelijk bereikt kan worden, of een fantasie van een bepaald (maatschappelijk) ideaal. Thomas More heeft in Utopia (1516) de ‘utopie’ als filosofisch en politiek concept geïntroduceerd. Het tegenovergestelde van een utopie is een dystopie.

 

Veganisme

Een levenswijze of levensstijl waarin het gebruik van dierlijke producten (zo volledig mogelijk) wordt vermeden. Dit betreft producten zoals vlees, gelatine, leer, bont, zijde en wol, alsmede door dieren voortgebrachte producten zoals zuivel, eieren en honing. Veganisten zien af van alle vormen van exploitatie van, en wreedheid naar, dieren voor eten, kleding of andere doeleinden.

 




Gebruikte bronnen

Clark, T. (2011). Cambridge Introduction to Literature and the Environment (p. 2). Cambridge: Cambridge University Press.

Clark, T. (2019). Scalar Literacy. In The Value of Ecocriticism. Cambridge: Cambridge University Press. doi:10.1017/9781316155073.003

Crenshaw, K. (1991). Mapping the Margins: Intersectionality, Identity Politics, and Violence against Women of Color. In Stanford Law Review, Vol. 43, No. 6.

DeLoughrey, E. (2019). Allegories of the Anthropocene (p. 5-6). Londen/Durham: Duke UP.

Garrard, G. (2004) Ecocriticism: The New Critical Idiom. London: Psychology Press.

Ghosh, A. (2016). The Great Derangement: Climate Change and the Unthinkable (p. 8). Chicago/Londen: University of Chicago Press.

Haraway, D. (2015). Anthropocene, Capitalocene, Plantationocene, Chthulucene: Making Kin. Environmental Humanities, 6(1), 159–165. https://doi.org/10.1215/22011919-3615934

Herman, D. (2002). Story Logic: Problems and Possibilities of Narrative (p. 212). Lincoln/Londen: University of Nebraska Press.

James, E. & Morel, E. (z.d.). Notes Toward New Econarratologies. In Environment and narrative (p. 12). The Ohio State University Press Columbus.

James, E. (z.d.). Narrative in the Anthropocene. In Environment and narrative (p. 204). The Ohio State University Press Columbus.

Joy, M. (2009). Why We Love Dogs, Eat Pigs and Wear Cows: An Introduction to Carnism. Newburyport: Conari Press.

Masco, J. (2015). ‘Terraforming Planet Earth’. In DeLoughrey, Didur & Carrigan (Eds.), Global Ecologies and the Environmental Humanities: Postcolonial Approaches (p. 309-332). New York: Routledge.

Mentz, S. (2023). An Introduction to the Blue Humanities. Routledge.

Nixon, R. (2011). Slow Violence and the Environmentalism of the Poor. Cambridge: Harvard University Press.

Ray et al. (2017). Disability Studies and the Environmental Humanities: Toward an Eco-Crip Theory (S. J. Ray & J. Sibara, Eds.). University of Nebraska Press.

Scharper, S. B. (1997). Redeeming the Time: A Political Theology of the Environment (p. 53). New York: Continuum.

Szeman, I. (2016). Consider This—From Petrocultures to Other Cultures. The Quad. https://www.ualberta.ca/the-quad/2016/04/consider-this-imre-szeman-from-petrocultures-to-other-cultures.html
Pedersen, H. and Staescu, V. (2014). The Rise of Critical Animal Studies: From the Margins to the Centre. London: Routledge.

Woynarski, L. (2020). Ecodramaturgies. Theatre, Performance and Climate Change (p. 6). Londen: Palgrave Macmillan.