Liternatuur

Artikelen

Zoektocht naar verbinding in dystopische maatschappij

‘Je vroeg me hoe het eindigt; zo dus: met stilte.’ Emy Koopman begint in Het boek van alle angsten meteen in de eerste zin met het einde van de mensheid. ‘De stilte van koele meren waar geen mens meer in zal zwemmen. […] De stilte van een woestijn waar het zand dat wordt rondgeblazen geen oog meer vindt om in te stranden.’ (p. 9). Hoe het tot die stilte uiteindelijk zal komen, lezen we in deze roman, waarin een angstaanjagende, dystopische maatschappij geschetst wordt die zich afspeelt in een nabije toekomst. We volgen twee hoofdpersonages van middelbare school tot volwassenheid in een veranderende maatschappij: hoe valt hun zoektocht naar verbinding samen met de klimaatcrisis in deze klimaatroman van de millennialgeneratie?

Door Marinka Vink

 

In Het boek van alle angsten, opgedeeld in twee delen, draait het om hoofdpersonages Fana en Viko, die we in deel I volgen vanaf hun middelbareschooltijd in een nabij verleden: het jaar 2016. Het eerste hoofdstuk ‘Nog 10 jaar te gaan’, begint met het perspectief van een dertienjarige, eenzame Fana die gepest en buitengesloten wordt door de meisjes die ze beschouwde als haar vriendinnen: Isa en Noëlle. Op dat moment denkt ze nog dat dit het ergste is dat kan gebeuren, niet wetende wat de toekomst in petto heeft. Vervolgens gaat het perspectief over naar Viko, die ook nog op de middelbare school zit en net als Fana gepest wordt. Hij is een echt buitenbeentje, een onderdeurtje dat fysiek mishandeld wordt door de grote jongens uit de klas. In elk nieuw hoofdstuk wordt er langzaam en onheilspellend verder afgeteld ‘Nog 7 jaar, 3 maanden en 5 dagen’, ‘Nog 4 jaar en 11 maanden’ en worden Fana en Viko steeds wat ouder. Het pestverleden op de middelbare school is niets vergeleken met de pestkopmaatschappij waarin ze zich uiteindelijk als volwassene staande moeten houden in deel II van deze roman. 

Millennialproza en de zoektocht naar verbinding

Koopman (1985) is onderdeel van de millennialgeneratie en daardoor kan Het boek van alle angsten tot millennialproza gerekend worden. Het perspectief van de zoekende, onthechte millennial die zich met niemand meer verbonden voelt staat hierin centraal, zo stelt literatuurwetenschapper Irmtraud Huber. Alhoewel de talloze crisissen waarmee de millennialgeneratie wordt geconfronteerd vaak ontbreken in hun romans, omdat de personages niet opgewassen zijn tegen verhoogde vormen van sociaal en politiek engagement, combineert Koopman die zoektocht naar verbinding met de klimaatcrisis. Toch zijn de personages geen zelfverzekerde en moreel rechtvaardige individuen, ze gaan gewillig mee in de wereld die om hen heen tot stand komt. Er zijn geen protesten, klimaatmarsen of dierenrechtenactivisten te vinden in Het boek van alle angsten, afgezien van de protestgroep van Fana’s oudere zus Arissa, die strijdt tegen het regime, maar nooit succesvol is. De relatie met de anderblijft centraal staan bij zowel Fana als Viko.

Toch worstelt Viko wel met de gevolgen van de klimaatcrisis, die in de dystopische toekomst van deze roman duidelijk zichtbaar zijn geworden. De dreigende apocalyps die in de vorm van de klimaatcrisis voor de millennialgeneratie opdoemt, heeft Koopman verwerkt door haar roman deels na die apocalyps te laten afspelen in een wereld waarin planten- en dierensoorten nagenoeg zijn uitgestorven, de aarde vier graden is opgewarmd en de opwarming getracht wordt af te remmen door middel van geo-engineering. Maar ook hierin blijft de zoektocht naar verbinding centraal staan voor de personages: Viko probeert de verbinding met de natuur te behouden door in zijn huis een hele binnentuin aan te leggen vol verschillende planten en in zijn werk is het zijn taak om met digitale middelen op zoek te gaan naar de laatste dieren op aarde. Bij Fana staat vooral de relatie met haar vroegere vriendin Isa centraal, die ze als volwassene op haar werk weer tegenkomt. 

Dystopische toekomst en antropocentrisme

Alhoewel aan het begin van de roman de realiteit van de maatschappij nog met ons eigen heden strookt en klimaatzorgen als de vleesindustrie, plastic recyclen en het bloeien van bomen in november impliciet aan bod komen, begint de realiteit in de roman toch al gauw af te wijken van onze eigen werkelijkheid. Volgens literatuurwetenschappers Goodbody & Johns-Putra zijn er twee soorten klimaatromans: een die zich afspeelt in een herkenbare, realistische nabije toekomst en een die zich afspeelt in een futuristische wereld waarin het klimaat drastisch veranderd is. Koopman kiest voor een realistisch heden met dezelfde klimaatzorgen als onze eigen maatschappij, maar niet voor een realistische nabije toekomst. In haar nabije toekomst is het klimaat drastisch veranderd en speelt het verhaal zich af in een futuristische wereld. De millennialauteur in haar wil ons enerzijds dus meenemen in het verhaal en waarschuwen voor de crisis die ons boven het hoofd hangt, anderzijds laat ze de realiteit hierin los waardoor je als lezer niet overtuigd bent van het gevaar en de wereld die geschetst wordt steeds verder van ons af komt te staan.

Waarom zou Koopman toch gekozen hebben voor zo’n ‘onrealistische’ nabije toekomst? In deze dystopie illustreert Koopman het antropocentrische wereldbeeld:de mens is de norm en de waarde van de natuur wordt bepaald aan de hand van het nut dat het heeft ten opzichte van de mens. Koopman heeft onze huidige exploitatie van de wereld in Het boek van alle angsten uitvergroot. Zo is het Viko’s taak om de laatste dieren op aarde te zoeken en in kaart te brengen, maar niet om deze dieren te beschermen: het bedrijf ‘Bucketlist Paradise Excursions’ heeft er een elitesport van gemaakt om toeristen de laatste dieren op aarde te laten afschieten als gezellig recreatie-uitje. Ook het uitsterven van diersoorten wordt alleen maar afgewogen tegen het menselijk belang: ‘De gevolgen zijn miniem.’ (p. 134), zegt Viko’s collega tegen hem, nadat bekend wordt dat de hommel is uitgestorven. Niemand rouwt om weer het verlies van een soort, want het heeft niet zoveel gevolgen voor de mens. En Viko’s baas stelt zelfs: ‘Niets gaat ooit verloren, Viko, wij zijn ook maar van sterrenstof gemaakt. Laten we dus vooral schitteren.’ (p. 214). 

Het blijft niet bij dat hiërarchische onderscheid tussen mens en natuur: ook tussen mensen wordt dit onderscheid gemaakt. Het recht van de sterkste zegeviert. Alle zwakkelingen, de ‘onaangepasten’ zijn niet welkom in de maatschappij, iedereen moet sterk zijn om de orde te handhaven. Huilen is een teken van zwakte: wie huilt in de publieke ruimte wordt meteen opgepakt en afgevoerd. Er heerst een voortdurende angst om als zwak gezien te worden en dus wordt er door menigeen alles aan gedaan om sterk over te komen.

Verbinding

En juist in zo’n wereld wordt het verlangen naar verbinding alleen maar groter. Koopman zet de zoektocht naar verbinding wat zo kenmerkend is voor millennialliteratuur, af tegen de achtergrond van de klimaatcrisis. Ze heeft een vereenzamende en vervreemdende apocalyptische wereld geschept, waardoor juist het verlangen naar verbinding groter wordt. De personages, ook kenmerkend voor millennialliteratuur, zijn geen strijders met grote maatschappelijke betrokkenheid, maar ze zoeken verbinding met anderen en met de natuur op microniveau. Letterkundigen Demeyer & Vitsestellen dat eerst het contact met de werkelijkheid op affectief niveau hersteld moet worden, voordat maatschappelijk engagement mogelijk is. Dat verklaart waarom de personages in Het boek van alle angsten zo makkelijk en vrijwel kritiekloos meebewegen met de veranderende maatschappij waarin het recht van de sterkste steeds sterker gaat gelden.

Dat verlangen naar verbinding is waarom we ons als lezer toch kunnen blijven herkennen in deze apocalyptische wereld die steeds verder afwijkt van onze huidige realiteit: ook hier heeft Koopman de huidige individualistische maatschappij uitvergroot in een vereenzamende dystopie. Die verbinding vinden de hoofdpersonages overigens nooit helemaal. Hoewel Fana haar oude vriendin Isa na jaren weer op haar werk tegenkomt en de ruzie van de middelbare school wordt bijgelegd, scheiden daarna hun wegen weer. Viko probeert de verbinding met de natuur te houden, maar die wordt ruw verstoord als de illegale binnentuin die hij heeft gecreëerd van hem wordt afgenomen. Ook in zijn relaties met mensen slaagt hij er nooit in er helemaal bij te horen: hoewel hij zich aansluit bij het Genootschap van Trots en Eer, kan hij nooit helemaal zichzelf zijn vanwege zijn geaardheid en liefde voor de natuur. Fana en Viko ontmoeten elkaar ook kort tijdens hun studententijd, maar weten in deze kille scène geen verbinding met elkaar te krijgen: ‘Geen van hen beiden zou ooit aan deze avond terugdenken als de gemiste kans die het was.’ (p. 78). Toch ontstaat er tussen Fana en Viko uiteindelijk wel een vorm van verbinding. In een wereld waarin elk restje natuur verwijderd wordt, omdat het een voorbode van ‘chaos’ zou zijn, besluit Viko een klein verzet  te voeren door bloemen te planten in verschillende delen van de stad. Als Fana uit haar werk komt, ziet ze de paardenbloemen die Viko geplant heeft. 

Onheilspellend onrealistisch of huiveringwekkend echt?

Viko en Fana zijn dus beide op zoek naar de verbinding die zo kenmerkend is voor millennialliteratuur: bij Fana staat de relatie met Isa centraal en bij Viko draait het meer om de relatie met de natuur. Uiteindelijk ontstaat er zelfs tussen de twee hoofdpersonages een vorm van verbinding door middel van de paardenbloemen die Viko plant, in een wereld waar geen wilde bloemen meer groeien. Deze zoektocht naar verbinding wordt door Koopman afgezet tegen de klimaatcrisis door een maatschappij te creëren waarin vereenzaming en vervreemding steeds groter worden. Deze dystopische maatschappij begint al gauw onrealistisch aan te doen, maar toch blijven we ons als lezer identificeren met de personages en kunnen we ons inleven in hun zoektocht. Het klimaat is dusdanig veranderd, dat het bijna wel onrealistisch moet zijn. De aarde is een paar graden opgewarmd en er is bijna niets meer van de planten- en dierensoorten over in de nabije toekomst waarin dit verhaal zich afspeelt. Maar is het wel zo onrealistisch? Het massale uitstervenis wellicht toch dichterbij dan we denken.


Gebruikte bronnen

Primaire literatuur:

Koopman, Emy. Het boek van alle angsten. Prometheus, 2020.

Secundaire literatuur:

Demeyer, Hans, en Sven Vitse. ‘Alsof ik de weg niet meer kan vinden. Het huis in de millennialroman’. De Reactor, 3 november 2020. https://dereactor.org/teksten/millennialliteratuur- reeks-het-huis-in-de-millennialroman 

Dijk, Yra van en Olnon, Merlijn. ‘Radicaal relationisme: Het andere engagement in de jongste Nederlandse literatuur’. De Internet Gids, 3, 2015. https://www.de-gids.nl/artikelen/radicaal-relationisme

Gueldre, Sam de. ‘Midden in de apocalyps’. De Reactor, 15 november 2020. https://dereactor.org/teksten/ik-mag-niet-klagen-verhalenbundel-recensie-door-sam-de-gueldre

Goodbody, Axel, and Adeline Johns-Putra. ‘The Rise of the Climate Change Novel’. Climate and Literature, edited by A. Johns-Putra, Cambridge University Press, 2019., pp. 229-245. 

Huber, Irmtraud. Literature after postmodernism. Palgrave MacMillan, 2014.

Ruyters, Jann. ‘Emy Koopman over de pestkopmaatschappij, waar de mores van het schoolplein zegeviert’. Trouw, 29 augustus 2020. https://www.trouw.nl/cultuur-media/emy-koopman-over-de-pestkopmaatschappij-waar-de-mores-van-het-schoolplein-zegeviert~b6d06dcb/ 

‘Wat is geo-engineering en gaat het ons klimaat redden?’. Huxley, https://www.huxley.com/nl-be/blog/2019/09/wat-is-geo-engineering-en-gaat-het-ons-klimaat-redden/

 

<< Vorige | Volgende >>