Liternatuur

Artikelen

Zingen wat niet te zeggen valt. De rol van muziek in het klimaatdebat

‘Muziek is van oudsher een bondgenoot van het activisme’, schrijft Laurens Ham in de proloog van zijn boek Op de vuist. Vijftig jaar protestliedjes in Nederland (2020). Protestliedjes fungeren als graadmeter voor het maatschappelijke debat en vormen een muzikale tijdsbalk van de geschiedenis. Een van de grootste crises waar we dit moment mee te maken hebben is die van het klimaat. Toch valt het aantal ecokritische protestliedjes van Nederlandse bodem relatief gezien tegen. Waar ligt dat aan? En wat is überhaupt de rol van muziek in het klimaatdebat?

Door Maud Sintenie

10 april 1966: de avond die je zou kunnen markeren als de geboorte van het protestlied, als het aan neerlandicus Laurens Ham ligt. Deze avond stond in het teken van ‘De Nacht van de Protestsong’ en speelde zich af in een tent van Circus Boltini. Boudewijn de Groot zong het lied ‘Welterusten, mijnheer de president’, een sneer richting de toenmalige Amerikaanse president Johnson en zijn rol in de Vietnamoorlog.

Denk maar niet aan al die jonge frontsoldaten
Eenzaam stervend in de verre tropennacht
Laat die weke pacifistenkliek maar praten
Mijnheer de president, slaap zacht

Het publiek in de circustent was getuige van een belangrijk moment in de geschiedenis, benadrukt Ham: dit was namelijk een van de eerste momenten waarop een Nederlandstalig popliedje – geen chanson of levenslied – werd ingezet om een politiek statement te maken. Het maatschappelijk debat begon te leven in de muziek, als een muzikaal product van de tijdsgeest.
Vanaf dat vertrekpunt neemt Ham de lezer mee langs de protestliederen van het feminisme en de homobeweging in de jaren tachtig, de protesten van Paars in de jaren negentig, het zwart bewustzijn in de hiphop vanaf het begin van de 21e eeuw en een recentere beweging: het boerenprotest. In 2019 bracht protestmuzikant Vader Abraham het lied Zonder boeren geen eten uit, een leus die dit jaar tijdens de stikstofprotesten volop te horen was, van het Malieveld tot aan de voordeur van minister Van der Wal.

Alles goed en wel, maar hoe zit het met liedjes over het klimaat? Internationale sterren zoals Billie Eilish (‘Hills burn in California’), Lana Del Rey (‘L.A. is in flames, it’s getting hot’) en Sting (‘Message in a bottle’) bezingen hun zorgen al langer, maar naar gelijksoortige nummers van Nederlandse komaf is het dieper graven.

De Dijk bracht in 2002 het nummer Dat zou mooi zijn uit:

Kon je met een liedje maar
Het wereldleed oplossen
Een eind maken aan oorlog
Aan haat en geweld
Dat je met een liedje weer
Woestijnen kon bebossen
Dat de oceaan weer schoon werd
De ozonlaag hersteld

Maar zo mooi maak ik ze niet,’ concludeert Huub van der Lubbe na dit couplet. Een echt strijdlied mag het niet heten; er worden geen vuisten gebald, het is eerder machteloosheid die de boventoon voert.

De strijdlust is wel te voelen in het nummer Groter dan ik van de jonge zangeres Froukje. In 2019 brak ze door met dit – naar eigen zeggen – moderne protestlied, met de strekking: alleen samen kunnen we tegen deze crisis opboksen.

Maar ik wil een toekomst
Ik wil een kind, ik wil een carrière, een tuin, een gezin
Ik wil kunnen proeven van echt schone lucht
Maar de rijken die vluchten, die boeken een vlucht

De band Hang Youth houdt het kort maar krachtig in het nummer NIKS TOF AAN STIKSTOF:

Niks tof aan stikstof
Boerenprotest Suck my dick off
Niks tof aan stikstof
Niks winning aan gaswinning
Niks best aan asbest

Een greep uit het magere aanbod aan Nederlandse ecokritische muziek. Zou een volgende editie van het boek van Laurens Ham ook een hoofdstuk wijden aan het Nederlandse klimaatprotestlied? Dan moet er snel een inhaalslag komen, want op dit moment lijkt die kans niet groot: in een interview met het NRC geeft Ham zelf ook toe dat het thema ver te zoeken is in de popmuziek. ‘Het valt echt tegen, ik kan niet anders zeggen. Vooral als je bedenkt dat de klimaatbeweging, naast anti-racisme, het meest aanwezig is op straat.’

Crisis van de verbeelding

Het klinkt absurd, dat we over van alles zingen, behalve over de grootste kwestie van onze tijd. Halverwege de jaren zestig keerden protestzangers over de hele wereld zich massaal tegen de Vietnamoorlog, schrijft Ham. Nu kampen we opnieuw met een wereldwijde crisis; een wildgroei aan klimaatliedjes zou in de lijn der verwachting liggen. Maar die wildgroei is tot nu toe uitgebleven. Is de klimaatcrisis dan te groot, te complex?
Volgens de Indiase schrijver Amitav Ghosh heeft dit te maken met de ‘crisis van de verbeelding’: het menselijk onvermogen om te bevatten wat de omvang en de gevolgen van de klimaatcrisis zijn. We kunnen ons simpelweg niet voorstellen wat ons staat te wachten, omdat het probleem zo onvoorstelbaar groot is, haast onrealistisch. Onvatbaar. Probeer dat maar eens in een kernachtig popliedje van drie minuten te stoppen.

Het klimaat overstijgt alles

Klimaatverandering is moeilijk te bezingen, beaamt ook muzikant Ruben Hein. ‘Als je het vergelijkt met ongelijkheid, gender, Black Lives Matter; dat zijn persoonlijke verhalen en ervaringen. Dat is met het klimaat natuurlijk anders,’ zegt Hein in Trouw. Dat klinkt aannemelijk; onrecht werkt mobiliserend. Bovendien is het bij thema’s als ongelijkheid en racisme makkelijker om met de vinger richting een schuldige te wijzigen; lonen tussen man en vrouw moeten gelijkgetrokken worden, dus sta je bij de werkgever op de stoep. Een racistisch opgezet systeem moet op de schop, dus klop je aan bij de mensen die betrokken zijn geweest bij de Toeslagenaffaire. Bij een alles overstijgend probleem zoals de klimaatcrisis ligt dat veel ingewikkelder.

Liedjes klimaatmars

Anders dan Ham zien de 27-jarige Belgische Julie Kurris en de Nederlandse Thomas Jasper juist dat praten en zingen over het klimaat steeds ‘hipper’ wordt, al mag het wat hen betreft een stuk creatiever en origineler. De twee vrienden lopen geregeld mee met klimaatmarsen, maar zijn naast de stand van het klimaat ook ontevreden over de kwaliteit van de liedjes die tijdens protesten te horen zijn. Daarom organiseren ze maandelijks de ‘Hot Stuff Contest’ via YouTube: een liedjeswedstrijd waaraan iedere artiest mee mag doen, op voorwaarde dat het nummer over het klimaat gaat. Het duo hoopt op een ‘sneeuwbaleffect’: ‘Meer klimaatliedjes zorgen voor meer bereik, wat hopelijk weer mensen inspireert om zich druk te maken over de klimaatcrisis.’

Terug naar de hamvraag, de rol van muziek in het klimaatdebat. Het is de vraag of er bij het grote publiek meer blijft hangen dan een aanstekelijke melodie. Het protestlied an sich heeft misschien ook wat aan impact verloren, met het oog op alle hedendaagse online platforms en kanalen om kritiek op te ventileren. Toch is het klimaatlied niet irrelevant. Voor de mensen die zich klimaatactivist noemen kan het klimaatlied zeker van diepere betekenis zijn, zoals deelnemers van de ‘Hot Stuff Contest’. Het kan zorgen voor een versterkt strijdgevoel, een hart onder de riem, een reden om door te gaan met het verspreiden van de boodschap. Dat zou mooi zijn, want een van de belangrijkste dingen die we samen voor het klimaat kunnen doen is het erover hébben, zegt ook Ghosh: ‘Zoveel mogelijk.’ Om ons collectief druk te maken en actie te ondernemen moeten we volgens de schrijver van egocentrisme naar ‘ecocentrisme’. Als de verschuiving van dat paradigma plaatsvindt, noemt de meerderheid van de Nederlandse bevolking zich misschien wel een klimaatactivist en staan klimaatliedjes in de top 40. Maar dat is toekomstmuziek.

Bronnen

Ghosh, Amitav (2016). The Great Derangement: Climate Change and the Unthinkable. The University of Chigago Press.

Ham, Laurens (2020). Op de vuist: Vijftig jaar politiek en protestliedjes in Nederland. Ambo/Anthos B.V.

Hettinga, Frank. ‘Muzikant Ruben Hein: “Je moet het klimaat een beetje poëtisch maken”.’ Trouw, 22 februari 2022.

Sijstermans, Eva. ‘Zingen voor het klimaat.’ Human, 19 februari 2021.

Van der Valk, Leendert. ‘Nederlandse protestlied leeft in onze tijd meer dan ooit.’ NRC Handelsblad, 20 januari 2021.

 

<< vorige | volgende >>