Liternatuur

Artikelen

Boven en onder de oppervlakte

“Zonder verbeelding hebben we geen idee van hoe we door de wereld bewegen, hoe anderen ons zien, en waarom anderen doen wat ze doen”, redeneert de naamloze ik-persoon in de debuutroman diepdiepblauw (2022) van Nikki Dekker. De auteur biedt haar lezers die fundamentele verbeelding in vergelijkingen die ze trekt met het mysterieuze zeeleven terwijl de protagonist op zoek gaat naar een identiteit, geaardheid en een eigen plek op de wereld. “Wat is ervoor nodig om te worden wie je bent?” is dan ook een terugkomende vraag in het boek.

Door Mireille Kneepkens

 

In de zoektocht naar een antwoord op die vraag worden er voortdurend parallellen getrokken tussen twee verhaallijnen: de menselijke beleving met een antropocentrisch perspectief enerzijds en essayistische beschrijvingen van de onderwaterwereld dat ecocentrisch van aard is, anderzijds. Deze afwisseling maakt het boek niet-chronologisch en zeer gefragmenteerd. Fragmenten boven en onder de oppervlakte wisselen elkaar steeds af met een ampersand, die aangeeft dat de verhaallijnen – hoe verschillend ze op het eerste oogpunt ook lijken – aan elkaar gekoppeld worden.

Ratio en emotie zijn twee uitersten op een spectrum en dat maakt de keuze van de auteur om de natuurwetenschap niet tegenover maar naast de subjectieve menselijke beleving te zetten bijzonder. De vraag die het werk met deze insteek oproept, is: kunnen kennis over de natuur en emotie elkaar versterken?

Boven de oppervlakte

De hoofdlijn in het boek beschrijft de ontwikkeling van de naamloze hoofdpersoon die opgroeit in de jaren negentig, met voor generatiegenoten een scala aan herkenbare situaties en objecten: van MSN’en tot Furbies en van het delen van vriendschapskettinkjes tot het spelen (en martelen) van the Sims. Al op de basisschool ervaart de hoofdpersoon een verlangen naar zowel jongens als meisjes. Deze gevoelens worden bestempeld als ‘normaal’ op het moment dat het om jongens gaat, maar – voor zowel de hoofdpersoon als voor haar omgeving – is dat verlangen bij meisjes alles behalve wenselijk.

Dekkers schrijven laat zien hoe de antropocentrische wereld boven de oppervlakte een normatieve wereld is, terwijl de beschreven ecocentrische wereld onder water zo vrij lijkt van verwachtingen en oordelen – de natuur mag gewoon haar gang gaan. Waar veel vissen van geslacht kunnen veranderen en mannetjeszeepaardjes kinderen kunnen dragen, worden dergelijke zaken in de wereld van de hoofdpersoon afgekeurd.

Deze normativiteit leidt ertoe dat de protagonist door het boek heen keuzes maakt vanuit de ratio, terwijl haar intuïtie haar anders vertelt. Zo verraadt ze een vriendinnetje waarmee ze gezoend heeft, door te zeggen dat Lisanne écht lesbisch is en zij zelf niet. Omdat logica en intuïtie ook later in haar ontwikkeling – tijdens haar studententijd en werkende leven – niet altijd op elkaar aansluiten, kan ze geen eenduidig antwoord formuleren op vragen als ‘wie ben ik?’ en ‘wie wil ik zijn?’. Dit uit zich in het schommelen tussen een enerzijds zeer pragmatische instelling en anderzijds een ideologische leefstijl gebaseerd op intuïtie. Deze schommeling heeft verschillende partners, relatievormen en wisselingen in zelfbeelden tot gevolg. Het zoeken naar de eigen identiteit vormt in millennialliteratuur vaker een groot thema.

Een ander hoofdthema dat centraal staat in dit boek en dat vaker de revue passeert in het genre  millenialliteratuur, betreft de klimaatcrisis . Het is duidelijk dat de hoofdpersoon veel bezig is met natuur en het milieu. Zo heeft ze op jonge leeftijd een schelpenverzameling en is haar walvisknuffel Wallie haar dierbaarste bezit. Toch zet Dekker de protagonist alles behalve activistisch neer: het hoofdpersonage strijdt niet tegen de opwarming van de aarde of de plastic soep en op het moment dat ze op vakantie in Venetië moet kiezen voor een souvenirtje ‘verloochent’ ze Wallie door een Venetiaans maskertje te kopen in plaats van een keramieken beeldje van een walvis. Wederom wint pragmatiek het van intuïtie: de hoofdpersoon is oud genoeg om te begrijpen dat het masker bij Venetië hoort en daarom het goede souvenirtje is, hoewel ze in de auto onderweg naar huis toch de noodzaak voelt haar spijtbetuigingen aan Wallie over te brengen.

 

Onder de oppervlakte

Buiten de opvallende rol die de natuur in de herinneringen van de hoofdpersoon speelt, worden de herinneringen zoals gezegd afgewisseld met ecocentrische fragmenten die zich richten op het leven onder water. Zo worden er feitjes gedeeld over de ontdekking van blobvissen, het ontstaan van oceanen, zeehonden en dolfijnen en vindt het personage uit the Sims zijn dood in het zwembad.

Éénmaal benoemt Dekker de opwarming van de aarde specifiek als probleem, op het moment dat het gaat over de groei van de kwallenpopulatie in de oceanen wereldwijd: “Kwallen zijn een van de weinige diersoorten die de hogere temperatuur en zuurgraad goed verdragen, en ze hebben bijna geen natuurlijke vijanden. We weten heel weinig over kwallen, maar we weten wel dat ze een probleem zijn”.

Daarbij wijst Dekker de lezer binnen de essayistische onderwaterstukken zeer specifiek op de concepten diepe tijd en het antropoceen door de lezer duidelijk te maken dat we als mensen maar een minuscuul klein deel van de tijd en ruimte bemannen, maar dat ons bestaan altijd zichtbaar zal blijven in de aardlagen. De auteur doet dit door naar fossielen van miljoenen jaren oud te verwijzen en de wezens die deze fossielen ooit bewoonden weer tot leven te brengen. Ook geeft ze aan dat de aarde 383 miljoen jaar lang verlaten is geweest en verwoordt ze op overtuigende wijze hoe groot de invloed van een mens is in een kwetsbaar ecosysteem als dat van de Noordpool kan zijn: onderzoekers die de tiktaalik (de eerste amfibie) aantroffen, gaan na vier jaar terug naar de ontdekkingsplaats en zien hun eigen sporen nog steeds in de toendra terug.

 

De brug

Literatuur kan verschillende doelen dienen, maar volgens Barbara Fraipont (2021) zouden we literatuur vooral moeten inzetten om ons bewust te worden van onze relatie met andere dieren en de natuur. Op die manier zouden we ze wellicht ook kunnen gaan erkennen in de wereld om ons heen. Hoewel het verschuiven van het perspectief naar een niet-menselijke ander volgens Fraipont een grote uitdaging is, omdat we onze gebruikelijke denkkaders moeten verlaten, slaagt Dekker hier in haar roman absoluut in. Al in het eerste hoofdstuk slaagt de auteur erin middels het perspectief van een niet-menselijke ander begrip te verwerven voor de situatie van de hoofdpersoon. Door de lezer op een vrij objectieve wijze te tonen wat er onder de oppervlakte gebeurt, kan de lezer zelf de koppeling maken naar de gebeurtenissen boven de oppervlakte. De essayistische, ecocentrische stukken worden dus als middel gebruikt om de antropocentrische verhaallijn beter te kunnen begrijpen, zonder dat de menselijke beleving, emotie of gebeurtenis expliciet moet worden toegelicht. Deze manier van schrijven zorgt ervoor dat de roman betrekkelijk zakelijk blijft en er tegelijkertijd een intieme band wordt opgebouwd tussen de lezer en de hoofdpersoon – al die zeefeitjes bijeen maken het de lezer immers zo makkelijk om de emoties van de protagonist te begrijpen.

Steeds wordt de onderwaterwereld, een wereld waarvan de mensheid nog geen 5% heeft ontdekt, ingezet als metafoor om toe te lichten wat de hoofdpersoon voelt en meemaakt en zo wordt er een brug geslagen tussen natuurwetenschap of ratio enerzijds en emotie anderzijds. Dekker brengt die reflectie in haar boek expliciet onder woorden: “De meeste kennis die we hebben verzameld over de dieren die in de zee leven, is nuttige kennis. Kennis die we kunnen inzetten om processen soepeler te laten verlopen, om de stabiliteit van onze omgeving te garanderen, om onszelf in leven te houden. Ik geloof dat de waaromvraag een ander soort kennis zoekt, de bevestiging van een zelf. Dat je niet alleen bent. Dat je jezelf ergens in kunt herkennen. Een spiegel, een wateroppervlak”.

 

Conclusie

De kennis die we de afgelopen eeuwen hebben opgedaan uit de natuur wordt in deze roman als parallel ingezet om menselijke belevingen en emoties te omschrijven. Herinneringen van de hoofdpersoon worden op een verhelderende wijze aangevuld door kennisgerichte stukken die zich richten op verschillende onderwaterwezens en allesbehalve losstaan van de situatie waarin de hoofdpersoon zich begeeft.

Doordat gevolgen, oplossingen of verklaringen van vergelijkbare situaties in de onderwaterwereld binnen de essayistische stukken op een vrij feitelijke wijze worden gepresenteerd, maar de parallellen met de herinneringen en emoties van de hoofdpersoon steeds goed zichtbaar blijven, zorgt Dekker voor een zakelijke en tegelijkertijd zeer intieme kennismaking met de hoofdpersoon: zonder dat iedere situatie moet worden uitgelegd, wordt het de lezer duidelijk wat en waarom de protagonist overkomt, denkt en voelt. De natuur wordt gebruikt als metafoor en zo verdiept het ecocentrische perspectief het antropocentrische. Door de onderwaterwereld te gebruiken om situaties in de menselijke belevingswereld te omschrijven, legt Dekker bloot wat er allemaal onder de oppervlakte van ons eigen gedrag speelt: natuur en emotie versterken elkaar.


Gebruikte bronnen

Dekker, Nikki. diepdiepblauw. Amsterdam: De bezige bij, 2022.

Fraipont, Barbara. ‘De stem van zeeën, planten en dieren. Over klimaatfictie, – wetenschap en -politiek.’ De Reactor, 2021.

 

<< vorige | volgende >>