Liternatuur

Artikelen

De grote schuld van de toerist

Doordat wij onszelf met het vliegtuig gemakkelijk over de hele wereld kunnen verplaatsen werd corona ontzettend snel wereldwijd verspreid. Die verspreiding zorgde er daarom ook voor dat landsgrenzen dichtgingen en we niet zomaar meer overal naartoe konden reizen. Even leek het of deze coronacrisis iets goeds zou betekenen voor onze andere crisis: de klimaatcrisis. Namelijk minder reizen en dus ook minder uitstoot. Maar niets was minder waar. Zodra we de coronacrisis enigszins onder controle kregen stonden de rijen mensen tot ver buiten de poorten van Schiphol en andere vliegvelden. De toerist in ons wil op pad, wil ontdekken, wil reizen.

Door Myrthe Pieterman

In de dichtbundel Mijn grote schuld (2017) van Laurens Ham krijgt de toerist ook een prominente plek. In de bundel gaat een toerist op safari en wordt er een wereld beschreven waarin alle grenzen verdwenen zijn. De weerslag van de toerist op onze wereld wordt omschreven. Zoals wij weten is de toerist economisch aantrekkelijk, maar hoe zit dit ecologisch? Door deze bundel ecokritisch te lezen proberen we de rol van de toerist in de klimaatcrisis te achterhalen.

Voor we deze bundel ecokritisch kunnen bespreken is het belangrijk om wat begrippen te verhelderen. Wat houdt ecokritiek bijvoorbeeld überhaupt in?  Bij ecokritiek spreken we van een onderzoek naar de relatie tussen mens en natuur of milieu en hoe deze wordt verbeeld in verschillende culturele vormen zoals kunst, toneel, film en literatuur. Bij ecokritiek wordt uitgegaan van verschillende verbanden die allemaal met elkaar verstrengeld zijn, je kan dit niet uit elkaar trekken door zaken te isoleren. Ook binnen de poëzie worden door middel van beeldspraak en andere methodes allerlei verbanden gelegd. Hierdoor is poëzie een goede uitingsvorm voor ecokritiek.

Timothy Clark is een specialist in romantische en post-romantische Angelsaksische poëzie. Hij onderscheidt in The Value of Ecocritsism (2019) twee verschillende vormen van ecokritiek: ecokritisch schrijven en ecokritisch lezen. Wanneer iemand ecokritisch schrijft dan is diegene bewust bezig met iets schrijven over het milieu of daarmee samenhangende aspecten, zoals dat bijvoorbeeld gebeurt in de dichtbundel Sticky drama (2019) van Dominique De Groen. Ecokritisch lezen daarentegen kan op vrijwel elke tekst worden toegepast – dus ook op teksten die niet altijd bij voorbaat al vanuit ecokritisch oogpunt zijn geschreven.

Poëzie die ook daadwerkelijk ecokritisch is geschreven noemen we ook wel ecopoëzie. Met de meervoudigheid en meerduidigheid die poëzie biedt kan je met poëzie het antropoceen overstijgen. Er hoeft in poëzie dan ook geen duidelijke verhaallijn te zitten. Daarnaast gaat ecopoëzie volgens Clark ook om het uitbeelden van alles wat niet menselijk is. Dit kan door bijvoorbeeld dieren een stem te geven. Tot op zekere hoogte zien we dit ook terug in de bundel van Ham. Het lijkt soms wel of er een aapje aan het woord is. Bijvoorbeeld in deze strofes uit het eerste gedicht van de bundel met dezelfde naam als de naam van de bundel, Mijn grote schuld:

aapjelief is mannetje van scherven in de mond

aapjelief is prik in hoornvlies overkook van hersenpan

aapjelief is mannetje van scherven in de mond

aapjelief is stuit en spuit en sleutelbeen en pilletje

 

aapjelief proeft staan van bloed en bodem in de mond

hij is de beroerdste niet

komt weer uit zijn hoek tevoorschijn.’’

 

Toch komt in deze bundel nog vooral de mens aan het woord. En dan wel de schuldige mens.  Zijn schuld wordt hierbij in de titel heel erg op zichzelf betrokken door het als Mijn grote schuld te benoemen. Hiermee houdt Ham de lezer een spiegel voor. Hij spreekt niet de ander aan op zijn schuld in deze klimaatcrisis, maar hij neemt de schuld zelf op zich. Hierdoor komt de boodschap misschien wel nog harder aan. De schuld gaat vervolgens als personage in de gedichten verder. Zoals in de eerste strofe van de bundel:

 

mijn grote schuld triomfeert

op de rondvaartboot

mijn grote schuld laat het breed hangen

over de rand van zijn safaribroek

hij heeft de verrekijker witheet in de ene

canon spanklaar in de andere greep

wil een bordercollie

gloeiend bij zijn flank

 

Het voorhouden van een spiegel wordt vaker gebruikt in Nederlandse literatuur, maar volgens schrijver en historicus Jilt Jorritsma schiet onze verbeelding tekort. In ‘Waarom onze verbeelding van waterrampen tekortschiet’ (2021) laat Jorritsma zien dat schrijvers ons een spiegel voorhouden met een onderzoekend personage, deze is vaak in de rol van historicus, archeoloog, toerist of schrijver. Een bekend voorbeeld is het veelbesproken boek Grand Hotel Europa (2018) van Ilja Leonard Pfeijffer dat ons ook het verhaal vertelt van hoe toeristen de wereld kapot maken. Ook Ham heeft zijn hoofdpersonage omgedoopt als toerist en beschrijft vanuit dit oogpunt de wanorde en de verwoeste wereld.

En ondanks dat we weten dat de toerist uithangen niet goed is voor onze omgeving, blijven we toch doorgaan met reizen. Dit komt omdat de mens zichzelf boven milieu en dier plaatst. Dit noemen we antropocentrisme. Ook in de bundel plaatst de toerist zich duidelijk boven dier en milieu. Zo is de ketting om de aap dominant aanwezig. De toerist heeft de aap aan deze ketting en dresseert hem aan dezelfde ketting en hierdoor heeft hij zelfs last van haaruitval op de plekken rond zijn hals. Daarnaast voelen we de pijn van de aap door de dichtbundel heen. Ook in de strofes van het voorbeeld van aapjelief zie je de aap met de scherven in de mond, die het tot bloedens toe moet proeven.  Niet alleen de aap moet het ontzien. Daarnaast belanden er in deze bundel dieren op de barbecue, de troon, zoals Ham dit beschrijft.

De bundel sluit af met het hoofdstuk Utopië. Toch wordt in dit hoofdstuk alles behalve een mooi toekomstbeeld geschetst. De beelden zijn dystopisch. Eveneens draait het hier weer om het individu. De laatste strofes zijn:

niemand vraagt hem waar

iedereen verkent een eigen wereld

waarin vruchten onder de bomen gisten

 

niemand vraagt hem hoe

iedereen vormt zich een luchtschip

om zijn naasten in te vervoeren

 

Iedereen is bezig met zichzelf, zijn eigen wereld, zijn eigen dystopische wereld. Uiteindelijk komen we weer terug bij het vliegen, ze hebben een luchtschip nodig. Maar dan komt het individu toch nog even los van zichzelf en is er naastenzorg terug te zien. Dat zullen we dan maar als het utopische van dit gedicht moeten beschouwen. De mens heeft elkaar toch nodig. Maar laten we dat massale gebruik van luchtschepen stoppen. Laat de toerist thuisblijven en samen met zijn naasten iets maken van zijn eigen omgeving. Zodat het overal beter kan worden.

We kunnen concluderen dat de bundel van Ham zeker ecokritisch te lezen is. De toerist dient in zijn bundel als dader van het verkeerd ingrijpen in dier en milieu. Door de toerist op te roepen in de bundel, kan de schuld gestalte krijgen. De ecokritiek kan over de toerist heen gegoten worden. En zo hebben we weer een zondebok voor diegene die het slecht doet en kunnen we de schuld toch weer makkelijk van ons afschuiven. Maar laten we het op onszelf betrekken, als Mijn grote schuld. En met al deze individuen een eenheid vormen die iets gaat doen aan die schuld in plaats van anderen de schuld geven.


 

Gebruikte bronnen

Clark, Timothy (2019). The Value of Ecocriticism. Cambridge: Cambridge University Press.

Ham, Laurens (2017). Mijn grote schuld. Amsterdam: Wereldbibliotheek.

Jorritsma, Jilt. ‘Waarom onze verbeelding van waterrampen tekortschiet.’ De Lage Landen 64:3 (2021): 44-51.

 

<< vorige | volgende >>